Maandagochtend, 8.30 uur. De vergaderzaal zit al vol. Met mannen, alleen maar mannen. Ik kijk verbaasd om mij heen. Wanneer we starten om 9.00 uur druppelen er nog gauw een aantal gehaaste vrouwelijke collega`s binnen. Ze hebben geen zitplek meer bij deze meeting. Sorry he. Niemand staat op of vind dit gek. Ik wel, ik vind dit heel gek. Maar ik ben dan ook relatief nieuw.
Vervolgens lees ik online nog steeds het hardnekkige “ze willen niet” als het over vrouwen in topfuncties gaat. En in menig overleg claimt men dat je vooral niet buiten werktijd nog in je mailbox moet zitten, maar mailen alle mensen uit topfuncties ‘s avonds na 22:00 uur nog stukken door. Waar iedereen (lang leve reply all) dan binnen 10 minuten op reageert. Boodschap: geen privéleven hebben, da’s niet passend in zo’n bel-ang-rijke functie.
Gedrag is besmettelijk, dit is al vaak bewezen. Onze spiegelneuronen dwingen ons om op de automatische piloot te handelen en ons brein zorgt ervoor dat we dingen niet snel gek vinden. Doe daar een schepje altijd-haast bovenop, en tadaa, we zien niet meer goed wat we aan het doen zijn. De kracht van nieuwe mensen in je organisatie is dat ze wel dingen gek vinden. Dat ze zich verbazen. Zij zijn namelijk nog niet besmet met de norm. En die norm is bij veel organisaties dat de agenda vol moet zijn en dat je altijd áán moet staan om ‘het te kunnen maken binnen dit bedrijf’.
Aandacht is het nieuwe goud, daar ben ik het helemaal mee eens. Dingen met aandacht doen dus ook. Even uitzoomen. Reflecteren. Waar zijn we nou eigenlijk mee bezig hier in de organisatie?
Dus wanneer je wil werken aan een inclusievere cultuur, waarbij diversiteit de norm is, vraag jezelf dan eens de volgende zaken:
- kan iedereen meedoen met de huidige vergadertijden?
- wat is bij ons de “altijd aan” tijd? En dan niet alleen wat we zeggen, vooral wat we doen.
- vinden wij dat je een goede leider bent als je vooral heel druk bent?
- wat voor soort mens zit er vooral in de top bij ons?
- vragen wij actief aan nieuwe mensen waar ze zich over verbazen? En wat doen we met deze info?
Want zolang de topfuncties vooral mannen zijn, witte mannen, van een bepaalde leeftijd, zou je jezelf kunnen afvragen voor wie het huidige systeem goed werkt. En wie we hiermee afschrikken. En aan wie het dan precies ligt dat de norm niet verschoven wordt.
Good luck!